dinsdag 1 juli 2014

Zondag 22 juni: geldverzoek

Er is alweer een zondag voorbij als ik terugdenk aan die ene zondag in Oeganda. Die mooie dienst heb ik al eerder beschreven. Maar halverwege kwam ik ander Oeganda tegen. Ik moest, oude man die ik ben, weer even naar de pispot. Gelukkig niet ver achter de kerk. Een jongeman kwam achter mij aan. En sprak mij aan toen ik de deur open deed. Ik voelde al aan waar het naar toe ging. Hij studeerde. En had al twee jaar erop zitten. Zijn broer had hem al die tijd ondersteund. En nu stond hij er alleen voor want zijn broer was ongelukkigerwijze overleden. Hij hoefde nog maar twee jaar te studeren. Op allerlei manieren had hij al bedacht hoe hij het zou regelen. Nu zag hij mij met die groep. Zou ik... niet bereid zijn fondsen te vinden om hem van zijn probleem af te helpen?

Daar sta je dan. Uit het rijke westen. Wetend dat ik ook maar net mijn hoofd boven water kan houden. Die juist van Afrika had geleerd om je eigen boontjes te doppen. Ik probeerde hem uit te leggen dat dit niet zou werken. Dat ik dan weer de gullen blanke zou zijn die de arme zwarte zou ondersteunen. Dat ik daar niet van ben. Dat ik geloof in zelfredzaamheid. Wat ik gezien en ervaren had in Soroti. Het kwam niet over. Kende ik geen fonds? Zouden we met zijn allen niet iets kunnen betekenen? Hij hield voet bij stuk. Maar ik, vriendelijk maar duidelijk, ook. Oplossing was alleen om het probleem na afloop van de dienst bij de voorganger aan te kaarten. Dat spraken we af.

Ik had precies de preek gemist. En al vrij snel was de dienst afgelopen. Ik sprak de voorganger aan en vertelde het verhaal. "Zo zijn wij Afrikanen", was zijn antwoord. Hij sprak toch nog een klein poosje met de jongen. Daarna hoorde ik van de jongen dat de voorganger zei dat er geen fonds voor was. Einde verhaal. Ik wisselde nog even telefoonnummers uit met de jongen. Maar moest snel naar de bus, want we gingen eten bij de voorganger thuis.

Daar aangekomen sprak ik nog even met Joseph, onze chauffeur. Hij vertelde me dat de oude cultuur in deze omgeving er nog aardig in gebakken zat. De houding van zelfredzaamheid die ik elders in Oeganda was tegengekomen was hier nog niet doorgedrongen. Ik gaf het telefoonnummer van de jongen aan Joseph. Zodat hij hem kon vertellen dat er ook een andere manier was om het probleem op te lossen dan de hand op te houden.

Een duidelijke tegenstelling met die opmerking die ik eerder hoorde, dat ze geen behoefte meer hadden aan de zakken met geld van die westerse hulpverleningsorganisaties. Goed ook om mee te maken, omdat dit mijn perspectief op wat er in Oeganda gebeurt op realistische manier bijtrok. Dat gebeurde trouwens tijdens de reis nog een keer (eerder) bij een reisgenote die in een dorp een kind door haar moeder kreeg aangeboden om mee te nemen naar Nederland. Een kip kon je niet weigeren. Een kind gelukkig wel!

woensdag 25 juni 2014

Zondag 22 juni: kerkbezoek

Om halftien staan we klaar. Achter de auto van Sam aan, die ons gisteren een presentatie had gegeven, gaan we met de bus naar de kerk. Een van de vele pinksterkerken die het land rijk is. Na een klein kwartiertje komen we aan. Buurkinderen en kinderen van de kerk spelen in de tuin, waar we ook de bus parkeren. Natuurlijk handjes geven aan de kinderen die niet zo vaak een "Muzungo" zien.

We worden twee tot drie keer vriendelijk gevraagd naar binnen te gaan. Als we dan eindelijk binnen stappen, is het worshipteam al volop bezig met de gemeente in aanbidding te leiden. Enthousiaste gospel met dito Oegandese warmte. We zitten aan de zijkant waar ook de andere kerkelijke VIP's zitten. Een beurtzang wordt ingezet die meer dan een kwartier duurt. Waarin Jezus centraal staat. 

Halverwege zie ik mensen via een andere ingang binnenkomen. Ik krijg een ingeving om even als een gewone bezoeker die ingang te gebruiken. Kan ik de band van de voorkant fotograferen. Dus loop ik even de kerk uit om daarna weer de kerk langs de andere kant binnen te komen. Iedereen staat enthousiast te zingen en te dansen. Als ik niet fotografeer, dans en zing ik mee. Ondertussen maak ik contact met de medekerkgangers die blij zijn dat ik langs die kant even meekom. De muziek verandert. Iedereen loopt op elkaar af en op het juiste moment geeft men elkaar met twee handen een high five. Het duurt niet lang of ook ik deel mee aan de veelvoud van high-fiven.

Na een kwartier stopt de muziek. Ik loop weer terug naar de mij toegewezen plek. De noodzakelijke mededelingen worden door de dienstdoende ouderling doorgenomen. Dat is veel, maar niet erg anders dan in een gemiddeld andere Nederlandse kerk of gemeente. De worshipleider kondigt zich aan. Hij verwelkomt de gemeente, de pastor en zijn vrouw, Sam en zijn vrouw Frances en legt de gemeente uit dat een Nederlands team van TEAR de gemeente bezoekt., die zich later zullen voorstellen.

Een muziekgroepje van de jeugd wordt uitgenodigd om een lied te zingen. Wat een prachtig lied zingen ze zowel solo als meerstemmig ten gehore. Ik krijg er kippenvel van. De muziek van deze gemeente is trouwens een enkele keyboard die zeer muzikaal en met veel improvisatie door iemand ten gehore wordt gebracht die net doet alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. De collecte is aan de beurt. Uitgebreid wordt stilgestaan bij het doel ervan. Iets wat tijdens de dienst nog drie keer wordt herhaald met evenzovele mandjes die weer elders worden neergezet en elk een ander doel hebben.

De voorganger wordt gevraagd naar voren te komen. Hij is blij aan te kondigen dat zijn vrouw de gemeente voor het eerst sinds tijden weer goed in de ogen kan kijken. Of er nu een wonder is gebeurd of dat zij is geopereerd (ook een wonder!) daar kom ik niet achter. In ieder geval kan ze nu weer zien wie er in de gemeente is. Want, zei de voorganger, het gebeurde vaak dat zij hem vroeg of die en die in de gemeente was geweest. Ja, was dan zijn antwoord, die heb je toch gezien? Nog meer mededelingen, waaronder wat huwelijksaankondigingen. Een toekomstige bruid uit de gemeente wordt met haar toekomstige man uit een andere gemeente gevraagd naar voren te komen. Met familieleden en ik denk ook vriendinnen van haar en een oudste van de gemeente van hem komn ze naar voren. Bruid, bruidegom en oudste nemen het woord. Daarna worden alle ouderlingen gevraagd naar voren te komen en bidden ze samen voor de huwelijkssluiting.  

- wordt vervolgd -

maandag 23 juni 2014

Vrijdag 20, zaterdag 21 juni: verhalen aan en op de Nijl

Jinja. Zaterdag kwamen we er aan. Met wat oponthoud door een zieke reisgenoot. De poort van ons nieuwe verblijf gaat open. Voor ons verschijnt een waar paradijs. Meters onder ons zien we de Nijl in al zijn pracht. Geen onrustige muziek. Alleen maar geluiden van vogels, insecten en het kabbelende water. Om de zoveel meter een huisje waar men men met twee kan verblijven. Op het terras van mijn huisje uitzicht op de Nijldelta. Mooie bloemen van allerlei soorten. En geluiden die ik nog niet kan onderscheiden. Het blijken apen te zijn die in de bomen verblijven. De volgende ochtend kan ik er zelfs enkelen fotograferen.

Na een druk programma met veel, heel veel indrukken mogen we in een paradijselijke omgeving bijkomen. Wat niet wil zeggen dat er geen programma meer is. In de ochtend van de volgende dag komt Stephen Watiti naar ons toe. Een arts met een geweldig verhaal. Dat vooral is geïnfecteerd, letterlijk en figuurlijk, door HIV/Aids. In de jaren tachtig bleek hij door het virus te zijn geïnfecteerd. Niet door seksuele overdracht. Waarschijnlijk doordat hij als dokter met besmet bloed in aanraking was gekomen. Zijn eerste vrouw stierf aan de ziekte. Hij hertrouwde. In 2000 was hij met TBC, hersenvliiesontsteking en nog een andere ziekte stervende. Zijn mededokters hadden hem opgegeven.

Op een dag kreeg hij een bijbeltekst die hem bemoedigde dat hij zou leven. En wonder boven wonder, dat deed hij! Hij genas van zijn ziektes. Hij kreeg via via nieuwe medicijnen die hem hielpen bij zijn genezing. En hij stond voor ons: alive and kicking. Zijn boodschap was overduidelijk. Ook voor de uitgenodigde pastors uit de omgeving. Tenzij er een gedrags- en leefverandering zou plaatsvinden, zou HIV/aids nooit uitgeroeid worden. Wat bedoelde hij? Hij noemde het bij name. Onveilige seks. Seks buiten het huwelijk, wat in Afrika nog veelvuldig voorkomt. Kinderhuwelijken. Homoseksualiteit, gezien als de bron van de ziekte, was hier niet meer het probleem. Daardoor kwamen nauwelijks geen nieuwe besmettingen meer voor. Het gaat nu vooral om de zaken die betrekking hebben op de algemeen geaccepteerde seksuele leefwijze, ook onder christenen.

Pijnlijke verhalen. Zichtbaar in de gezichten van de aanwezige voorgangers. Een taboe ook, waar je niet zo graag over spreekt. Maar ja, zei Stephen, als je het niet bespreekbaar maakt, kan het ook niet aangepakt worden.

Na de lunch nog een mooie toespraak van een man waar we de dag van aankomst naar toe zouden gaan, maar die we toen afzegden. Mijn lichaam weigerde echter en aangezien ik de sleutel van ons appartement had bewaard voor de kamergenoot die even geld was gaan halen, had ik een goed excuus om voorzichtig weg te lopen uit de mooie verhalen. Even uitrusten en omkleden bij het slaapvertrek.

Dan was het tijd voor iets heel anders. Genieten van Gods natuur. In een bootje gingen we naar de bronnen van de Nijl. Prachtige vogels fotograferen en bekijken voor de vogelaars onder ons. Ons laten onderdompelen door de schoonheid en pracht van die grote, bekende rivier.

zaterdag 21 juni 2014

Donderdag 19 juni: belevenissen in het dorp Koboi

De nacht was kort maar hevig. Halfzeven al naast mijn bed. Vooruit, even rustig wakker worden voordat de dag ons meepakt. Vandaag werden we in twee groepen verdeeld om ons goed te mengen met een groep van Compassion. Ik mocht met de Compassion bus mee.

Eerst reden we naar het PAG hoofdkwartier in het district waar we naar toe gingen. De reis duurde langer dan ik had verwacht. In Soroti, dus in Arnhem of hooguit in Rotterdam, dacht ik. Maar nee. De districten hier zijn enorm uitgebreid. Eerst driekwartier over de Oegandese snelweg. Daarna over weer een zandpaadje kronkelen. Uiteindelijk komen we bij het hoofdkantoor, waar we door de lokale bisschop werden begroet en rondgeleid door het kantoor. Dan mengden we ons met de Oegandese mensen van Compassion. De begeleider van het moment hield on-Afrikaans de tijd in de gaten. De bisschop kreeg enkele minuten en niet meer. De beide groepen stelden zich voor.

En dan was het tijd om te gaan. In de bus met vijf anderen van ons team. Ik kwam in gesprek met een jonge Oegandese vrouw met een mooie naam die ik nu al ben vergeten. Vergelijkingen van onze culturen en hoe de kerk daar een rol in heeft. Daar hadden we het vooral over. En over de diverse systemen in Nederland die door de overheid worden uitgevoerd.

Af en toe bonkten we lekker hard vanwege een kuil of een bobbel. Deze chauffeur is niet zo behendig als de onze blijkt. De paden waar we door rijden zijn zo smal dat lopende mensen stil staan en wachten, meestal in het struikgewas. Vaak ook een hand die wordt opgestoken bij wijze van groet. En als ze zien wie er achter de ramen zitten is de groet nog hartelijker. Vaak ook zijn het kleinere kinderen die schuchter kijken maar altijd weer de hand opsteken en giechelen als ik terug wuif.

Eindelijk komen we bij het dorp. We stappen uit en worden een voor een voorgesteld. De dominee, een hartelijke man. Diverse belangrijke mensen schudden we de hand. Op de traditionele manier. Eerst een gewone hand, dan de hand een kwartslag draaien en dan weer terug. En dat drie maal. We mochten gaan zitten. Ik begroette wat mensen op een bankje. Een stond op en ik vroeg de man ernaast of ik er mocht gaan zitten. Geen probleem natuurlijk. Er werden pinda's in de dop geserveerd. Vers van het land geplukt, niet uit het zakje. Lekker!

Ik kwam in gesprek met de bankhangers. Ze kwamen uit een naburig dorp. Kwamen hier vaak. En nee, ze gingen niet naar de kerk. Maar wat er gebeurde in de gemeenschap door de kerk heen vonden ze prachtig. Er gebeurde van alles om mij heen. In de eigen taal praatten de mannen met elkaar. De een geeft de ander wat geld. Ik probeer het geld te volgen, maar raak het spoor wat bijster.

Achter ons was een groep vrouwen op houtskool lekkers gereed aan het maken. In grote pannen. Ik zag er een man bij zitten die alleen op een bankje zat. Het gesprek was toch al afgelopen, dus ik besloot me bij hem te voegen. Vond hij prachtig. We wisselden de gebruikelijke gegevens uit. Hoe we heetten. Waar we vandaan kwamen. Bij de familie aangekomen stelde hij zijn vrouw Joy voor. Mooie naam, vond ik. Ik wordt prompt bedankt voor het compliment. Het gesprek werd afgebroken, omdat we in de groep moesten gaan zitten. Het socialisen was voorbij, het officiële gedeelte begon.

Een man van het districtskantoor was aangewezen als begeleider en nam het woord. Iedereen werd een voor een voorgesteld aan de hand van zijn functie. De pastor. De districtschef van de regering, die zelf ook gelovig is. Afijn, een kleine twintig mensen werden korter of langer aan ons voorgesteld. Daarna ging het een slag dieper. Aan de groep uit het dorp, overigens weer allemaal onder de boom, werd gevraagd ons te vertellen in hoeverre PEP hun leven of dat van de gemeenschap had veranderd.

Prachtige verhalen die ik me nog kan herinneren (niet per se in chronologische volgorde). Een jongeman die als een van de eersten in het dorp afgestudeerd is, dus het eerste resultaat om de educatie te verbeteren. Hij vertelde dat er nu een studentenclub was opgericht die jongeren stimuleert projecten in de buurt zelf ter hand te nemen. En op gebied van educatie is een organisatie in het leven geroepen bestaande uit de belangrijkste vertegenwoordigers uit het dorp, ook uit andere kerken, om het onderwijssysteem te verbeteren. Maar dat hijzelf kon studeren, doordat dorpelingen daar zelf werk van maakten, dat maakte hem nog het meest trots.
Een oudere vrouw zat naast andere vrouwen op matjes op de grond. Zuchtend stond ze op, stelde zich voor en begint te vertellen dat ze een oude vrouw is die al een lang leven achter de rug heeft. Ze was oud en moe. Toen kwam PEP met een alfabetiseringscursus. En o, wat is ze nu blij, ze kan nu lezen in haar eigen taal (het Teso). Natuurlijk kon ze geen Engels lezen, maar ze besefte dat de bezoekers ook geen Teso konden lezen. Het kunnen lezen en schrijven gaf haar zoveel waardigheid dat de vreugde in haar leven is terug gekomen. Nu kon ze lezen wat ze vroeger alleen hoorde. Door PEP is ze op haar oude dag, en met haar tientallen anderen, belezener geworden.

Hoezeer ik ook alle getuigenissen wilde horen, door het vele noodzakelijke drinken moest ik mijn blaas toch weer even legen. Ik was bij aankomst al naar het toilet geweest. Door een klein paadje lopen liep ik op twee kleine hutjes. Ik ging een van de kleine hutjes binnen en werd begroet door honderden vliegen die uit een rond gat vlogen. Juist, daar moest ik dus op mikken. Terwijl ik dat deed, werd de zwerm vliegen minder. Ze vlogen op het lekkers af dat ik in het gst deponeerde. Buitengekomen stond er een jerrycan met water en zeep erbij. Om de handen te wassen, dus.

Teruggekomen stond een andere vrouw te vertellen. Ik zag toen ik weer zat, dat het Joy was. Zij focuste op gezondheid en hygiëne. Ze had begrepen dat de manier waarop ze haar huis inrichtte en schoonmaakte niet goed was voor de gezondheid. Ze leerde andere technieken om het beter te doen en merkte daardoor dat haar gezondheid er op vooruit ging. Ze was PEP dankbaar voor die inzichten, maar besefte dat zijzelf die veranderingen moest doorgeven.

De dominee nam het woord. Wat een geweldige impact had PEP gehad. Niet alleen door sociale verandering, maar ook door de bijbelstudies. De bijbel is enorm praktisch, En het werd niet meer als een verhalenboek gebruikt, maar vooral ook om de principes daaruit direct toe te passen in het leven van alledag. Hij haalde het voorbeeld van de oude vrouw aan, die werd geraakt door de bijbelstudie dat elke christen geroepen is om licht te zijn in deze wereld. En werkelijk, ze straalde. De kerk, zo zei hij, wil niet alleen meer focussen op het spirituele. Door PEP hebben ze geleerd holistisch te denken en te leven. De focus van de kerk is daarom nu gericht op alle aspecten van het leven: het geestelijke, het onderwijs, gezondheidszorg en de zorg voor elkaar.

Wat dat laatste betreft gaf hij een voorbeeld van een oudere die iets verderop woont. De zoon van de man was omgekomen in de tijd dat rebellen veel doodden in het land. Zijn schoondochter bleef hem verzorgen. Het hutje waar hij in woonde was op sterven na dood. Bij de volgende regenbui zou het instorten. Een van de kerkleden wees de dominee op deze situatie en hij ging poolshoogte nemen. Toen hij de situatie van deze man in ogenschouw nam, dacht hij bij zichzelf dst dit niet de manier was waarop een gemeenschap met elkaar omging. Hij trommelde wat mensen op met verstand van zaken. Ze bouwden een nieuwe hut. Timmerden een bed voor de man. En kochten van eigen geld een matras. De man was dolgelukkig. Nog nooit had hij op een bed gelegen. Nu, op zijn oude dag, had hij er een zomaar gekregen. Wat een geluk, wat een blijdschap. Na afloop van de bijeenkomst zochten we deze man op. En inderdaad: nog steeds dolgelukkig zat hij op zijn matje in zijn eigen vertrouwde oude kleding (ze hadden ook nieuwe kleren voor hem aangeschaft, maar in eigen omgeving is het prettiger in je eigen 'huispak' te zitten, toch?). De man, al wat dementerend, hield de handen tegen elkaar en sprak achter elkaar vreugdevolle woorden uit. Hij was zo blij!!!

Het maakt niet uit, zei de dominee, waar mensen vandaan komen. We gaan niet eerst vragen of ze eerst in onze kerk komen alvorens voor hen te zorgen. Er wordt samengewerkt met mensen uit de katholieke kerk en de Church of Uganda. Als de focus wordt gericht op de gemeenschap, vallen die verschillen weg. Dat bleek ook uit het feit dat uit die kerken een vertegenwoordiging aanwezig was.

Borden werden op tafel gezet. Pannen met dampende etenswaren ernaast. Het was duidelijk. De dominee moest opschieten. Toen kwam ee ook nog een andere hoge pief langs met een verhaal dat ik later nog eens zal vertellen. Deze man werd on-Afrikaans even duidelijk gemaakt dat hij haast moest maken: 'wilt u de politieke plichtplegingen achterwege laten en gelijk met uw verhaal beginnen?'

Etenstijd. Lunch. Halfvijf. De borden volgeschept met rijst, cassave, bonen, geitenvlees (mjam), erwten. Geen bestek, in de dorpen eet je met de handen.

Daarna met zijn allen, de gemengde groep en iedereen uit het dorp die mee kon naar wat projecten. De oude man. En daarna door naar een zelf opgerichte middelbare school. Want die bestond daarvoor niet in de omgeving. En verder dan de eigen omgeving wilden en konden de studenten niet reizen. Dus werd er een middelbare school opgericht die uit 44 leerlingen bestaat. We ontmoetten de leerlingen. Braaf in de bankjes. Buiten onder de boom, want het was regentijd en het dak was nog niet zo gemaakt dat het te vertrouwen was. De jongeren werden bemoedigd vooral door te gaan.

Zo gingen we weer terug. De bijrijders uit het dorp werden afgezet en hartelijk bedankt voor alle gastvrijheid en geboden indrukken. In kleinere groep gingen we verder. Ineens stopten we bij een huis. Twee Oegandezen stapten uit. Iedereen bleef zitten. Moe en vol van alle indrukken en woorden. Na tien minuten kwamen de twee ons halen. De mensen hadden al de hele dag gewacht en we konden het niet maken hen niet te ontmoeten. Afrikaanse flexibiliteit. Weer niet vroeg terug. Een enthousiast verhaal van een vrouw die door PEP op haar benen was gezet en nu een krachtige persoon was geworden. Te kort om alles te vertellen, zei ze na een kwartier. Om daarna nog een halfuur door te gaan. Ik bleef staan en liep wat rond. Kreeg het verhaal ook niet helemaal meer mee. Sommigen anderen ook niet. Die konden tijdens de lange enthousiaste redevoering de ogen niet meer open houden.

Deze dag deed mij de ogen het meest openen voor wat er in dit deel van Oeganda gebeurt. Hele kerken gaan samen met de rest van het dorp aan de slag om hun leven aan te pakken. Veel om over na te denken. En te doordenken voor Nederland. En wat mij betreft voor Villa Klarendal in Arnhem.

vrijdag 20 juni 2014

Woensdag 18 juni: hobbelend het veld in

De paden op, de lanen in. Aan dat lied moet ik denken als ik de afgelopen dagen met de bus de dorpen intrek. Denk dan niet aan de gladde, geasfalteerde Nederlandse wegen. Maar meer aan die kleine weggetjes waar je in Nederland doorheen loopt. Alleen zijn  hier de weggetjes hier zo breed dat er een klein busje door kan rijden. Rijden vereist van de chauffeur goede stuurkunst om de hobbels en kuilen te ontwijken. En dat kan hij!

Er echt op uit dus. Letterlijk het veld in. Kijken en luisteren in hoe dorpen he proces van transformatie doormaken om geen handje meer op te houden om van anderen geld te ontvangen. Maar zelf het leven ter hand te nemen en met creativiteit en op basis van eigen kunnen de leefomstandigheden te verbeteren.

We hebben de afgelopen twee dagen twee gemeenschappen bezocht. Eergisteren bezochten we een dorp dat een jaar geleden met het proces begonnen. Gisteren een die er al tien jaar mee bezig is.

Eergisteren begonnen we bij het districtskantoor met een lekkere lunch met onder andere verse jackfruit en een soort pannenkoek. Daarna gingen we onder een boom zitten om te horen over de geschiedenis van het werk, maar vooral ook om te horen wie wat is en wat hij of zij doet. Dus na anderhalf uur was het tijd om naar het dorp te gaan. Maar niet nadat we eerst het schooltje en de kerk hadden bekeken. De klas, zo te zien groep 1 en 2 zat buiten onder de boom. Verlegen lachten en zwaaiden de kinderen naar ons. En wij konden hen fotograferen.

Na weer driekwartier de paden in, kwamen we aan. Met geluiden die ik ken van de Turkse bruiloften kondigden vrouwen onze komst aan. Een warm welkom. In de kerk aangekomen was de gemeente al aanwezig. Al uren, hoorden we. Om te begrijpen wat Nederland is en hoe we eruit zien. Het welkom was warm. We moesten aan de zijkant zitten, zodat iedereen ons kon zien. Een muziekband met speciale muziekinstrumenten die een heel warme en vooral harde klank gaven zong een vrolijk lied.

Na de verwelkoming, waarin eerst alle belangrijke mensen en ook wijzelf zich voorstelden, was het tijd om te vertellen wat het programma hen had gebracht. Kern was vooral dat ze hun leven zelf ter hand hadden leren nemen. Door slim om te gaan met wat ze hebben, was hun levensstandaard al verbeterd. Een man vertelde dat het voor een man belangrijk is om een eigen huis te bouwen. Hij had geleerd zelf van klei uit de grond bakstenen te bakken en daarmee zijn huis op te bouwen. Dat is beter en gezonder dan de lemen hutjes die de meesten voor  zich bouwen. Hij vertelde later, toen we een bezoek aan zijn huis brachten dat hij ook had geleerd brood te bakken. Daarmee kon hij zichzelf door verkoop iets beter voorzien.

De kerk waar we waren is een pinkstergemeente (Pentecostal Assemblies of God -PAG-). Dat is het kerkgenootschap dat dit programma was begonnen. We hoorden al dat het in gemeenschappen niet meer uitmaakt uit welke kerk je komt. In de opbouw van de lokale gemeenschap vallen kerkmuren weg. Church of Uganda (Anglicaans), Leger des Heils en Katholieke kerk werken nauw met PAG samen.

Na de bijeenkomst gaan we het veld in. Eerst op bezoek bij de man waar ik eerder over schreef. Midden in het veld, via een klein paadje komen we bij het huis. Het is niet 1 huis, maar enkele huisjes of hutjes op een groot terrein. Elk heeft zijn eigen bedoeling. Wij verbazen ons over hett lemen hutje met dichte rieten dak, dat dienst doet als keukentje. De pan staat op houtskoolvuur. 'Hoe kan dat zonder schoorsteen?' vragen we aan een van de meegekomen leiders. 'Het gebeurt gewoon en ja, het is niet gezond' antwoordt hij. Bij een ander huis wonen twee gezinnen. Het christengezin is zo blij met onze komst dat de vrouw een van onze vrouwelijke reisgenoten een levende kip aanbiedt. En die mogen we niet weigeren! Met de kip op de arm wordt de vrouw, haar man en gezin een zegen gebeden. Ondertussen  pakt een van de kleine meegekomen kinderen mijn hand om hem pas veel later weer los te laten.

De kip wordt achterin de bus in de laadruimte gestopt, samen bij de twee anderen die we al in de kerk hadden gekregen. We hadden eerder afgesproken weer terug te gaan naar onze slaapgelegenheid om rustig na te praten en te eten. Vergeet het maar. De kerk had een feestmaal als lunch, om vijf uur, gereed gemaakt. Iedereen aan rijst, deeg van cassave, rundvlees, kip en nog wat andere ingredienten.

Daarna terug, over hobbelige wegen de zonsondergang zien. En zonder lantaarns door de pikdonkere wereld. Ondertussen wordt iedereen onrustig in de bus. Nederland speelt zijn tweede wedstrijd op het WK. Ik sms mijn vrouw  om de stand door te geven. 1-1 schreeuw ik door de bus! Vlak na het begin van de tweede helft komen we aan. De gele kaart aan van Persie was net gegeven Petjes gaan op, stropdassen om. Oranjesfeer midden in Oeganda! Gehuil, twee keer gejuich en opluchting na afloop. Tja, en we konden het niet maken bij ons guesthouse het diner te laten staan (wat mij betreft vooral omdat geit op het menu stond), dus aten we het diner om halftien in de avond. Wauw wat een wereld. Niet goed, niet slecht, maar anders.  

woensdag 18 juni 2014

Een dagreis door Oeganda

Leer Oeganda kennen. Ga er in acht uur doorheen! Dat deden we gisteren. Na een introductie van het PEP programma en een kennismaking op het hoofdkantoor van de Oegandese Assemblies of God, gingen we onderweg van Kampala naar Soroti.

Dat betekende veel zitten, veel kijken en soms ineens een langer gesprek met een van de medereizigers. Waarom zo lang reizen? We hoorden vandaag dat een ander team vanaf Kampala met een MAF vliegtuigje in een uur in Soroti was gearriveerd. Maar wie een land wil leren kennen, moet zich zo langzaam mogelijk voortbewegen.

Dus verbaasde ik me over de lange weg waarlangs allerlei winkeltjes en bedrijfjes waren bevestigd, de weg als economisch centrum van de detailhandel dus. Opvallend veel borden van internet en mobiele aanbieders. Het moderne leven is ook hier aangekomen. Ook opvallend dat veel scholen zich langs de weg bevinden. Veel schoolkinderen die te voet vanuit school naar huis lopen. Langs de snelweg. Als ze iets te breed lopen, claxoneert onze chauffeur al lang van tevoren om zich aan te kondigen. 

De rest van het leven speelt zich af achter de snelweg in kleine dorpjes. Als we weer door zo'n dorpje dichtbij de snelweg rijden, weten we het gelijk. Een stuk of vier, vijf drempels moeten worden genomen, die zo hoog zijn, dat je er hooguit met tien kilometer overheen moet.

Het verkeer is intensief. Op het eerste deel van de weg opvallend veel vrachtwagens. Dit is de doorgaande weg naar Kenia, zo blijkt. Het rijdt, met uitzondering van de drempels, vrij snel door. Grotendeels een tweebaansweg. En links rijdend verkeer, dat wel. En ook hier is het de gewoonte om in te halen zodra je het maar kan. Komt er een tegenligger, dan gaat die vanzelf langzamer rijden. En de auto die je hebt ingehaald rijdt, als hij direct voor zich nog een auto heeft rijden, ook af zodat de inhaler kan invoegen.

Het tweede deel van de weg is echt een belevenis. Op veel plekken hobbels en kuilen, zodat de bus behoorlijk moet sturen. En de hobbels en kuilen zijn niet overal te omzeilen, waardoor we soms bijna tegen het dak aan zitten. Op andere plekken is er geen asfalt, maar een stevige zandweg. Als enkele grote vrachtwagens langskomen, lijkt er een mist op te zetten. Het zand zorgt ervoor dat we geen hand voor ogen meer zien.

Om ons heen veel mooie natuur. Grotendeels redelijk vlak. Grasland met veel bomen ertussen. Heel erg groen. Want Oeganda is een regenland en een heel erg vruchtbaar land. Niet voor niets "de parel van Oost-Afrika". Halverwege komen we de eerste grote berg tegen in het landschap.

Zeveneneenhalf uur reizen, met een maaltijd en een sanitaire stop tussendoor. Als we net onderweg zijn is er een roadblock. Politie haalt ons van de weg en staat op het punt ons te controleren. Waar we naar toe gaan, vraagt de agent aan de chauffeur. Soroti, is het antwoord. Waaahh, roept de agent met hoge stem uit. Dan wens ik jullie sterkte. En we kunnen direct vertrekken...

Later die avond komen we aan. Moe. Uitgereisd. De maaltijd moet nog worden gemaakt. Eerst inchecken. En o, ja, er zijn ineens wat kamers minder. Of sommigen samen op de kamers kunnen. Geen probleem. En, o ja, twee kamers zijn nog nidg geheel gereed. Of we niet in een appartement verderop willen verblijven. Nee, dus. Kan het niet anders? Natuurlijk! En een halfuur later kunnen we alsnog ons apaartement betrekken. Na het eten en een dagafsluiting ruikt het bed met klamboe toch wel heel lekker. Klam, dat wel. Dus ik houd het 's nachts niet helemaal droog. Maar slaap lekker onder de Afrikaanse sterren...

Wat er vandaag is gebeurd hoop ik morgen met jullie te delen.